Volgens de nieuwste cijfers van het CBS is de inkomensongelijkheid in Nederland tussen 2001 en 2015 tussen nauwelijks veranderd.
Er zijn weliswaar forse verschillen tussen de bruto-inkomens uit arbeid en vermogen. Maar als de fiscale herverdelingsmachine van de Nederlandse overheid z’n werk heeft gedaan, zien de inkomensverhoudingen er behoorlijk plat uit.
De zogenoemde Gini-coëfficiënt, een veel gebruikte maatstaf voor inkomensongelijkheid, is vijftien jaar lang vrijwel constant gebleven op ongeveer 0,29.
De ongelijkheid in primair inkomen (loon, winst, vermogen) steeg wel tussen 2001 en 2015: van 0,53 naar 0,56. Dus vóór herverdeling stegen de inkomensverschillen uit loon, winst en vermogen, maar door toenemende herverdeling via sociale uitkeringen, belastingen en premies werd deze stijging gecompenseerd.
De toegenomen arbeidsparticipatie van vrouwen verkleinde de ongelijkheid in inkomen uit loon, winst en vermogen. De vergrijzing en de economische crisis van de jaren na 2008 zorgden juist voor meer ongelijkheid.
Minder ongelijkheid door meer werkende vrouwen
De stijgende arbeidsparticipatie van vrouwen zette ook in het nieuwe millennium door. De participatie deed de ongelijkheid in primair inkomen afnemen, doordat er steeds meer (twee)verdieners bijkwamen. Vanaf 2008 zette de economische crisis een rem op de verdere groei van werkende vrouwen.
De toenemende vergrijzing vergroot de ongelijkheid in primair inkomen. Vanaf 2010 is dat steeds meer het geval. Vanaf dat jaar gingen steeds meer babyboomers met pensioen. De groep zonder of met een klein primair inkomen groeide hierdoor en dreef de relatieve ongelijkheid op.
Als we de afgelopen jaren geen economische crisis hadden gehad, zou de ongelijkheid in primair inkomen kleiner zijn geweest. Tijdens een crisis loopt de werkloosheid meestal op en komen er meer huishoudens met een uitkering. Deze groep deed de ongelijkheid toenemen.
Onderstaande grafiek toont de ontwikkeling van de Gini-coëfficiënt van de primaire inkomens, dus vóórdat er sprake is van herverdelingen via belastingen en subsidies.